Dalton

De daltonmethode, of het daltonplan, is ontwikkeld door de Amerikaanse pedagoge Helen Parkhurst (1886-­1973), die met haar onderwijsmethode voor ogen had om leerlingen op te leiden tot ‘onbevreesde’ mensen die niet bang zijn om initiatieven te nemen. Veel traditionele scholen hebben elementen uit het daltononderwijs overgenomen, zoals bijvoorbeeld het zelfstandig werken en het maatjessysteem.

De belangrijkste concepten binnen dit type onderwijs

Binnen het daltononderwijs worden van oudsher drie pijlers gehanteerd, namelijk Verantwoordelijkheid, Samenwerken en Zelfstandigheid, die door de jaren heen steeds andere accenten hebben gekregen.

Verantwoordelijkheid

Leerlingen wordt geleerd om de (gedeeltelijke) verantwoordelijkheid over hun eigen leerproces te nemen door ze een keuze te laten maken uit een beperkte set aan verplichte en vrije schooltaken. Leerlingen krijgen vrijheid om zelf te bepalen wat ze op een dag gaan doen, maar binnen vastgestelde, duidelijke (tijds)grenzen (Vrijheid in gebondenheid). Dit komt bijvoorbeeld tot uiting in een planbord of een weekplan, waar een aantal taken of onderwerpen op is gezet die binnen een bepaalde tijd (denk hierbij aan een dag, een paar dagen tot een week) door alle leerlingen afgerond moeten zijn. Leerlingen kunnen een selectie maken uit deze taken en kiezen wanneer ze deze gaan uitvoeren.

Samenwerken

Deze pijler berust op het idee dat leerlingen in hun latere loopbaan en in de maatschappij moeten leren omgaan met diverse soorten mensen, en dus ook met mensen die zij niet zelf kiezen. Daarom wordt op daltonscholen veel aandacht besteed aan het spelen en werken in groepjes. Een voorbeeld hiervan zijn de samenwerkingsopdrachten die leerlingen met een groepje of in duo moeten uitvoeren, of het ‘maatjessysteem’, waarbij oudere leerlingen uit bijvoorbeeld groep 8 jongere leerlingen helpen met hun taken of met leren lezen.

Zelfstandigheid

Helen Parkhurst was in haar onderwijs voortdurend op zoek naar de juiste combinatie tussen instructie geven en leerlingen zelf problemen laten oplossen (bijvoorbeeld als de leerkracht even niet beschikbaar is). Leerlingen worden opgeleid in zelfstandigheid doordat zij zelf mogen kiezen welke taken zij willen doen. Daarnaast kunnen zij zelf het moment en het niveau bepalen waarop zij die willen uitwerken, en de wijze waarop zij instructie willen krijgen. Ook worden leerlingen zoveel mogelijk gestimuleerd om hun eigen oefenstof na te kijken en achteraf op hun eigen leerproces te reflecteren. De klaslokalen binnen daltonscholen zijn meestal op zelfstandig werken ingericht, zo zien we in veel daltonlokalen de zogenaamde planborden terug, of het stoplicht, waarbij de kleur licht die aanstaat aangeeft of leerlingen op dat moment wel/niet mogen overleggen en wel/niet de leerkracht mogen benaderen voor vragen of uitleg.

Wat heeft dit type onderwijs uw kind te bieden?

Leren plannen

Kinderen die op een daltonschool hebben gezeten kunnen aan het eind van hun basisschoolperiode en later in het voortgezet onderwijs waarschijnlijk goed zelfstandig werken en plannen, omdat ze veel gelegenheid hebben gekregen om hier mee te oefenen. Overigens is het leren plannen niet exclusief een meerwaarde van het daltononderwijs: ook andere typen vernieuwingsscholen (montessori-en jenaplanonderwijs) en bepaalde ‘dalton-achtige’ traditionele basisscholen leggen veel nadruk op het zelfstandig leren werken. Het voordeel van daltonscholen is dat zij hier een lange geschiedenis en ervaring mee hebben, en zich vanaf het begin bijna exclusief hierop toegelegd hebben: dit maakt dat daltonleerkrachten waarschijnlijk makkelijker deze methodiek aan verschillende typen leerlingen en situaties kunnen aanpassen.

Samenwerken een tweede natuur

Samenwerken gaat daltonkinderen goed af, omdat ze hier in verschillende vormen veel ervaring mee hebben opgedaan.